Carl Linnaeus

Carl linnaeus werd geboren in 23 mei 1707 in Uppsala in Zweden als zoon van Nils Ingemarsson Linnaeus en Christiana Brodersonia. Zoals in die tijd gebruikelijk was, had zijn vader Nils geen familienaam. Maar toen vader Nils ging studeren had hij deze wel nodig en liet hij zich inspireren door de grote Lindeboom bij zijn geboortehuis. Hij verlatiniseerde het woord Linde tot linnaeus. En zo ging de familie  voortaan heten.

Vader Nils was dominee en verwachtte dat ook zijn zoon theologie ging studeren. Die had daarin echter weinig interesse, en uiteindelijk wist een leraar zijn vader te overreden erin toe te stemmen dat Carl in plaats daarvan geneeskunde ging studeren.

Florula Lapponica

Tijdens zijn studie verwierf hij een opdracht om de natuurlijke schatten van Lapland te inventariseren. Na deze onderzoeksreis in 1732 door Lapland schreef hij zijn Florula Lapponica. In 1735 vertrok hij naar Nederland om te promoveren. Dit gebeurde op 23 juni hetzelfde jaar op de universiteit te Harderwijk. Hij studeerde af op het proefschrift genaamd 'Hypothesis nova de febrium intermittentium causa'( nieuwe hypothesen over de oorzaken van wisselende koortsen). Het proefschrift gaat over wisselkoortsen; koortsen die niet continu zijn maar optreden met vaste tussenpozen bv malaria. Het geheel duurde 6 dagen waarvan 3 dagen om dit proefschrift te drukken. Hij beschreef ook de diagnose van Geelzucht en een behandelingswijze.

Systema Naturae

Na zijn promotie reisde hij verder naar Leiden. Daar publiceerde hij Systema Naturae (1735) waarin hij de natuur in drie rijken verdeelde (stenen-, planten- en dierenrijk). In Leiden kreeg hij ook de mogelijkheid om enkele wetenschappelijke publicaties te doen. Ook leerde hij iemand kennen die hem financieel steunde en het gebruik van een bibliotheek in Heemstede (Hartekamp) aanbood.

De eerste druk was één van zijn belangrijkste werken. De volledige titel was Systema naturae per regna tria naturae, secundum classes, ordines, genera, species, cum characteribus, differentiis, synonymis, locis (Indeling van de natuur in drie natuurrijken en in klassen, ordes, geslachten en soorten; met kenmerken, verschillen, synoniemen en plaatsen). Systema Naturae beschrijft de drie natuurrijken Dieren, Planten en Mineralen. Het dierenrijk is verder onderverdeeld in zes klassen: I Viervoeters (inclusief de mens), II Vogels, III Amfibieën (reptielen en amfibieën), IV Vissen (inclusief walvissen), V Insecten (geleedpotigen) en VI Wormen (alle overige ongewervelden; inclusief kwallen en inktvissen).

Een opzienbarend aspect van Linnaeus' werk was dat hij voor het indelen van planten uitging van kenmerken van de geslachtsorganen. In die tijd was het nog een relatief nieuw gegeven dat planten geslachtsorganen hadden. Bovendien was het spreken over seksualiteit een groot taboe. Nu maakte Linnaeus juist deze geslachtsorganen tot de basis van zijn systeem: de planten werden ingedeeld in 24 klassen, al naargelang het aantal Meeldraden, en daarna verder onderverdeeld in orden, op basis van het aantal stijlen. De seksuele aard van zijn indeling en het voor die tijd zeer uitgesproken gebruik van seksuele termen maakte zijn systeem voor sommigen van zijn tijdgenoten controversieel.

De eerste druk van Systema Naturae verscheen in 1735 en omvatte elf pagina's. Naderhand werd het werk uitgebreid en aangepast. In de tiende druk (1758) werden de walvissen verplaatst van de vissen naar de zoogdieren. In deze editie werd ook voor de dieren de binominale nomenclatuur ingevoerd. In 1767 verscheen de dertiende druk, de laatste druk die door Linnaeus zelf werd verzorgd.

Hortus Cliffortanius

Van 13 september 1735 tot 7 oktober 1737 verbleef linnaeus op de Hartekamp te Heemstede. Dit was het zomerverblijf van George Clifford, een rijke Amsterdamse koopman en kennis van Herman Boerhaave. Een bekende Nederlandse arts, anatoom, botanicus en scheikundige en directeur van de Hortus botanicus in Leiden. Clifford deelde Boerhaaves passie voor planten uit verre streken, die hij verzamelde in zijn tuin in Heemstede. Boerhaave stelde Linnaeus voor aan Clifford als lijfarts maar ook als technisch beheerder van de Hortus Botanicus. Clifford nam Linnaeus direct in dienst en droeg hem op om zijn omvangrijke collectie planten en boeken te boek te stellen. Het resultaat was Hortus Cliffortianus dat gepubliceerd werd in 1738. en in veel opzichten een voorloper is van Linnaeus' latere werk, in het bijzonder Species Plantarum (de soorten der planten) is de titel van één van zijn  invloedrijkste boeken.

Drie andere werken en de Species Plantarum

In de Fundamenta botanica (1736), de Critica botanica (1737) en de Philosophia botanica (1751) stelt Linnaeus dat het noodzakelijk is om van elke plant eerst te bepalen tot welk geslacht deze behoort, en pas daarna de soort vast te stellen. In 1753 publiceert hij de Species Plantarum. Dit werk geldt tegenwoordig als startpunt van de binominale nomenclatuur voor planten. In dit boek werden alle op dat moment bekende plantensoorten beschreven, en elke soort kreeg behalve een geslachtsnaam ook een toenaam (soortaanduiding), ook als een geslacht uit maar één soort bestond, een op het oog eenvoudig maar in de praktijk revolutionair idee. Samen met de geslachtsnaam vormt de toenaam een binaire naam. Naast de binaire naam, door Linnaeus nomen triviale genoemd, gaf Linnaeus ook de volledige naam (meestal een lange zin), zoals in die tijd gebruikelijk was. Het verkorte namenstelsel van Linnaeus werd nog voor zijn dood (10 januari 1778) door de meeste botanici en zoölogen overgenomen. Linnaeus benoemde en classificeerde gedurende zijn leven zo'n 9000 soorten planten. Planten die hun toenaam van hem kregen zijn nog altijd herkenbaar aan de auteursaanduiding 'L.' (van Linnaeus) achter de botanische naam. Linnaeus is de enige auteur wiens naam tot slechts één letter wordt afgekort.

 

Van het het boek Species Plantarum een lezing te zien op het youtube-kanaal van de Linnaeun society

 

Eerbetoon

  • Het Linnaeusklokje (Linnaea borealis) is later door Gronovius naar hem vernoemd. Linnaeus maakte ermee kennis op zijn reis door Lapland in 1732. Het Linnaeusklokje wordt niet in het reisverslag beschreven, maar wel in zijn Flora Lapponica. Het Linnaeusklokje is een laagblijvend plantje met twee kleine bloemen op een dunne stengel van ongeveer 10 cm hoogte. Het plantje is in Nederland zeer zeldzaam. Linnaeus wordt vaak afgebeeld met dit plantje in zijn hand of op zijn revers. Het figureert ook op het wapenschild dat Linnaeus aannam nadat hij in de adelstand was verheven
  • Er is een plein in de Zweedse stad Göteborg naar hem vernoemd. Dit plein ligt dicht bij Göteborgs botaniska trädgård en het beroemde Slotskogspark
    Wereldwijd zijn meer dan 500 wegen (straten, pleinen, lanen) naar Linnaeus vernoemd. In Nederland o.a. in Aalsmeer, Albrandswaard, Almere, Alphen a.d. Rijn, Amsterdam, Borger, Boskoop, Culemborg, Den Haag, Groningen, Haarlem, Halderberge, Harderwijk, IJsselstein, Maastricht, Nieuw Buinen, Purmerend, Teylingen, Utrecht, Velsen, Veenendaal, Venlo, Zaanstad en Zandvoort
  • De Linnean Medal is een erepenning, ingesteld door de Linnean Society of London om wetenschappers te eren die een significante bijdrage hebben geleverd aan de plant- of dierkunde
  • Linnaeus promoveerde in 1735 aan de Universiteit van Harderwijk. In een nis in de toren van de voormalige universiteit is een borstbeeld van de beroemde promovendus geplaatst en vanaf dat moment is de toren bekend onder de naam Linnaeustoren
  • Linnaeus' afbeelding prijkt, als Carl von Linné, op het briefje van honderd Zweedse kronen

Nalatenschap

NalatenschapVan het herbarium van Linnaeus, waarin zich onder andere een kopie van het herbarium van George Clifford bevond, is na zijn dood een deel verloren gegaan vanwege aantasting door schimmels en vraat door muizen. Wat er nog van over is bevindt zich tegenwoordig grotendeels in Londen, een deel bij de Linnean Society of London, een deel in het Natural History Museum. Een ander deel bevindt zich in de collectie van het Naturhistoriska riksmuseet in Stockholm. Het potentiële typemateriaal, verbonden aan de meer dan 9.000 botanische namen die door Linnaeus zijn gepubliceerd, is tijdens het Linnaean Plant Name Typification Project in kaart gebracht door Charlie Jarvis, werkzaam bij het Natural History Museum. Dit leidde in 2007 tot Jarvis' publicatie Order out of Chaos: Linnaean Plant Names and their Types.

De oude botanische tuin in Uppsala waar Linnaeus de leiding over had, bestaat nog. De tuin heet nu Linnéträdgården en is na 1917, na een periode van verval, opnieuw ingericht volgens de specificaties die Linnaeus er in 1748 van had gepubliceerd in Hortus upsaliensis.

Bronnen

Dit artikel is samengesteld uit meerdere Wikipagina's, andere websites en publicaties uit boeken e.d.

De gebruikte Wikipagina's zijn:

Over deze man is zo veel geschreven. Er zijn alleen al 175  Wiki-pagina's over hem. Ieder land heeft weer net een ander verhaal over zijn levensloop en publicaties e.d.. Ik verwijs liever naar een van de vele biografieën over Linnaeus. Die trouwens ook weer een bepaalde interpretatie hebben. Bovenstaand verhaal is maar een globaal en verkort verhaal.