Centaurea jacea

Algemeen

Knoopkruid komt in heel Nederland voor (behalve in het Noorden, daar is hij niet zo algemeen) en kent vele verschijningsvormen. Laag, hoog, met randbloemen, zonder randbloemen etc. Ook is Knoopkruid heel veel ingezaaid in tuinen, wegbermen en in het wild natuurlijk, te vinden. Alleen Grote centaurie (Centaurea scabiosa) is vergelijkbaar met deze plant. Grote centaurie heeft grotere bloemen, gedeelde stengelbladeren (allemaal) en geen stengelbladeren tot vlak onder de bloem. Knoopkruid bloeit in Juni tot en met de herfst.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Er komen minstens 4 Centaurea soorten in het wild voor in Nederland:

  • Bergcentaurie (Centaurea montana) - algemeen/ontsnapte tuinplant
  • Grote centaurie (Centaurea scabiosa) - zeldzaam/ingezaaid
  • Knoopkruid (Centaurea jacea) - algemeen
  • Korenbloem (Centaurea cyanus) algemeen/ingezaaid

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Centaurea jacea L.

Het woord Centaurea komt uit het Grieks en gaat als volgt:

Dit woord komt uit de Griekse mythologie. De centaur Chiros zag helende kracht van deze en andere planten. Het volgende citaat komt uit het Cruydeboeck van Rembert Dodoens: van den ouden Gr.plantennaam kentaureion of kentiaurion (van kentauros,Centaur),plant van den Centaur.- De Centauren waren een mythisch ruitervolk ( vaak voorgesteld als half paard,half mensch): een hunner was de beroemde arts Chiron,die ,,dese cruyden ierst ghevonden ,,heeft ende Esculapion ghetoont ,oft als andere ,,segghen die met desen cruyden ghenesen es ghe,,weest doen hy in zynen voet van eenen pyl in ,,Herculus huys ghequetst was" ( Dodoens, Cruydeboeck, 2e druk (1563) 287).-

Jacea is spaans voor Knoopkruid. Maar dit verklaart nog niet de herkomst van het woord.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Centaurea jacea in de publicatie Species Plantarum.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Soldateknoop
  • English: Brown knapweed
  • Français: Centaurée jacée
  • Deutsch: Wiesen-Flockenblume
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Fiordaliso stoppione
  • Svenska: Rödklint
  • Norsk: Vanleg knoppurt
  • Dansk: Almindelig Knopurt

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Brown knapweed. Dit betekent "bruin knoopkruid". Het woord Bruin verwijst naar het feit dat er ook een Zwart knoopkruid (Centaurea nigrum) bestaat. De verschillen tussen Zwrts en Bruin knoopkruid zijn zo minimaal dat er tussen verschillende flora de meningen verschillen of Zwart knoopkruid nu wel of niet als aparte soort moet worden opgenomen. Zie ook dit Wikipedia artikel.

Voor de verspreiding van Centaurea jacea in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Centaurée jacée. Dit is de Franse benaming voor de wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Wiesen-Flockenblume. Het woord Wiesen betekent "weide". De betekenis van het woord Flocken is mij nog onbekend.

De Spaanse naam is mij onbekend. Het aantal varianten is zo groot dat ik de meest gebruikte naam niet ken.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Centaurea comune. Dit is een combinatie van de eerste wetenschappelijke naam en het woord Comune dat "algemeen/gewoon" betekent. Alhoewel het Italiaanse verspreidingskaartje anders doet geloven. Zo algemeen is hij niet daar dus is deze naam puur ter onderscheid. De Centaurea cyanus (Korenbloem) is daar wel algemeen.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Rödklint. Dit betekent "rode korenbloem". Het Knopkruid is familie van de Korenbloem (Centaurea cyanus), maar deze heeft alleen een andere kleur. De kroonbladvorm van de Korenbloem is ook anders.

Voor de verspreiding van Centaurea jacea in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Vanleg knoppurt. Dit betekent "gewoon knopkruid".  Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".

De Deense naam is Almindelig Knopurt. Dit betekent ook "gewoon knopkruid"

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, weinig of niet bemeste, zwak zure tot kalkrijke grond (leem, mergel, lichte klei en humusrijk of lemig zand).

Groeiplaats
Grasland (bergweiden, vrij schraal grasland en kalkgrasland), bermen, zeeduinen (duingrasland), dijken, grazige ruigten, iets ruderale plaatsen, langs spoorwegen (spoorbermen), braakliggende grond, klippen en bosranden.

Verspreiding

Nederland
Algemeen in Zeeland en het rivierengebied. Elders vrij algemeen, maar vrij zeldzaam in Noordoost-Nederland.

Vlaanderen
Algemeen.

Wallonië
Vrij algemeen.

Wereld
Europa behalve in de zuidelijkste delen en zeer zeldzaam in West- en Midden-Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Argentinië en Nieuw-Zeeland.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Namen in andere talen

  • English: Brown knapweed, Brownray Knapweed
  • Français: Centaurée jacée
  • Deutsch: Wiesen-Flockenblume
  • Espanõl:
  • Italiano: Fiordaliso stoppione
  • Svenska: Rödklint
  • Norsk: Vanleg knoppurt
  • Dansk: Almindelig Knopurt
  • Suomalainen: Ahdekaunokki

Verspreiding Centaurea jacea

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten