Melampyrum pratense DSCF1738


Algemeen

Wat niet veel mensen weten is dat Hengel een halfparasiet is. Hengel heeft groene blaadjes voor fotosynthese, maar water met nutriënten wordt door de wortels aftapt uit de wortels van andere planten. Met deze strategie kan hengel in een aantal weken volledig uitgroeien en ook in droge milieus voldoende water opnemen. Bekende gastplanten zijn eik, berk en bosbes. Wat overigens niet zo gek is want Hengel is een typische bosplant, ondanks wat het tweede gedeelte van de Melampyrum pratense (Hengel) naam wil doen vermoeden. Samen met de zeer zeldzame Wilde weit (Melampyrum arvense) zijn dit de enige Melampyrum soorten die in Nederland in het wild voorkomen. Hengel bloeit in Juni, Juli en Augustus.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Melampyrum pratense L.

Melampyrum komt van melas (Grieks) en betekent "zwart", en van Pyros (Grieks) en betekent "koren". Dit alles omdat het zaad van deze plant op koren lijkt. Als je dit zaad droogt kleurt het zwart.

Veel planten hebben als tweede wetenschappelijke naam Arvense/Arvensis of Campestre/Campestris of Pratense/Pratensis gekregen. Al deze soorten kunnen dan overal voorkomen. Eigenlijk word hiermee gezegd dat de betreffende plant meestal geen specifieke bodemsamenstelling nodig heeft. De naam dient vaak ook ter onderscheid van andere soorten. Arvense/Arvensis komt van Arvum en is Latijn en betekent "grond/akker". Campestre/Campestris is Latijn en betekent "(open) veld". Pratense/Pratensis is Latijn en betekent "van de weide". Deze naam is eigenlijk foutief want Hengel groeit voornamelijk in de bossen op zure zand- en leembodem. Pratense is hier wel een vreemde naam aangezien Hengel een typische bosplant is.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Melampyrum pratense in de publicatie Species Plantarum.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Swartkoarn
  • English: Common Cow-wheat
  • Français: Mélampyre des prés
  • Deutsch: Wiesen-Wachtelweizen
  • Espanõl: Trigo vacuno
  • Italiano: Melampiro dei boschi, Spigarola dei prati 
  • Svenska: Ängskovall
  • Norsk: Stormarimjelle
  • Dansk: Almindelig Kohvede

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Common Cow-wheat. Dit betekent "gewoon koe-kruid/tarwe". Ondanks dat het een typische bosplant is komt deze plant ook in weidegebieden (zie het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam) voor. Dit verklaart de naam Cow-wheat. Koeien eten graag de (witachtige) zaden, ondanks de lichte giftigheid (Aucubine), van de plant. Juist koeien die gevoerd werden met deze plant produceerde melk die extra gele boter opleverde. Een oud-Nederlandse naam is ook Koetarwe. Bij de Deense naam staat een negatievere verklaring.

Voor de verspreiding van Hengel in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Mélampyre des prés. Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Wiesen-Wachtelweizen. Dit betekent "weide kwartel-tarwe". De naam heeft ongeveer dezelfde strekking als o.a. de Engelse naam alleen is de koe vervangen door een Kwartel (een weidevogel).

De Spaanse naam is Trigo vacuno. Dit betekent letterlijk "tarwe rund", dus eigenlijk Cow-wheat zoals de Engelse naam.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse is Spigarola bianca. Dit betekent "melampyrum van het bos". Het is een combinatie van het eerste deel van de wetenschappelijke naam en de plek waar je deze plant kan vinden. Eigenlijk is dit de juiste naam voor Hengel in tegenstelling tot de wetenschappelijke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Ängskovall. Äng betekent "weide". Kovall betekent "koetarwe". Dus totaal "koetarwe van de weide". Net zoals de Engelse naam of de oude Nederlandse naam.

Voor de verspreiding van Hengel in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is stormarimjelle. Stor betekent "groot". Dit is puur ter onderscheid. Er bestaat bijv. ook Åkermarimjelle (Wilde weit). Het woord Marimjelle is mij nog onbekend.

De Deense naam is Almindelig Kohvede. Almindelig betekent "algemeen". Kohvede betekent "koetarwe". Dit werd negatief bedoeld. Het vee (koeien) konden tijdens het grazen deze plant makkelijk verteren. Werd deze plant echter samen met het andere tarwe mee geoogst dan kreeg je "vervuild" graan waar een minder kwaliteit brood mee werd gebakken. Ook andere planten zoals Grote weegbree (Plantago major subsp. major), Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius) of bijv. Bolderik (Agrostemma githago) hadden dit zelfde effect. Ook deze naam is het zelfde als de Engelse en de oude Nederlandse naam

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Half tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme, stikstofarme, zwak zure tot zure grond met een vrij slecht verterende strooisellaag (zand en leem, soms op veen). Hengel is een halfparasiet die als gastheer voornamelijk Zomereik en Ruwe en Zachte berk leeft, maar ook wel bosbessen.

Groeiplaats
Bossen (open plekken in loofbossen en langs bospaden), kapvlakten, bosranden, struwelen, houtwallen, zeeduinen (duinbos), grazige vegetaties onder bomen, beschaduwde bermen en heide.

Verspreiding

Nederland
Plaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden van het land en vrij zeldzaam in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam, o.a. in de Hollandse duinen. Niet in Zeeland, het noordelijk zeekleigebied, op de Waddeneilanden en in Flevoland.

Vlaanderen
Vrij algemeen in de Kempen. Elders zeldzamer.

Wallonië
Vrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzamer.

Wereld
Europa, behalve in het meest zuidelijke deel. Ook niet op IJsland. Oostelijk tot in Midden-Siberië.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Melampyrum pratense

 

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten