Algemeen
De Basterdwederik is eigenlijk een mini Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum), niet zo gek want dit plantje werd een poos gezien als een volwaardig lid van de Wilgenroosjes familie (Teunisbloemfamilie (Onagraceae)). In de twintigste druk van de Heukels' Flora van Nederland van 1983 zijn dan ook alle de soorten die in het Nederlands de naam basterdwederik droegen omgedoopt tot Wilgenroosje. Later is dit weer teruggedraaid. Verwarrend dus. En om het nog verwarrender te maken Het Wilgenroosje (Chamerion angustifolium) behoort weer tot een ander geslacht. Het geslacht Chamerion. En nog ingewikkelder, een Wederik is geen Basterdwederik. Een Grote, Punt, Bos of Moeraswederik is geel en echt een heel andere plant/familie. Basterdwederik zal je niet vaak in de wilde natuur tegenkomen maar in de stad. Naar mijn idee een echte stadsplant dus. Ik zie hem in ieder geval altijd langs schuttingen, op straat en op elke andere plek in de stad.
Om nu niet alle hoop te verliezen Basterdwederiken zijn goed op naam te brengen met een betere flora (daar staan ze allemaal in). Op de website van Floron staan wel 11 soorten! die in Nederland te vinden zijn (en vele kruisingen). Op dezelfde website is ook een determinatiehulp te vinden. En vele zijn niet echt zeldzaam. Deze soorten zou je tegen kunnen komen:
- Beklierde basterdwederik (Epilobium ciliatum) - Algemeen
- Bleke basterdwederik (Epilobium roseum) - Algemeen
- Donkergroene basterdwederik (Epilobium obscurum) - Vrij zeldzaam
- Berg basterdwederik (Epilobium montanum) - Algemeen
- Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) -Algemeen
- Kantige basterdwederik (Epilobium tetragonum) - Algemeen
- Kruipende basterdwederik (Epilobium komarovianum) - Zeer zeldzaam
- Kantige basterdwederik (Epilobium tetragonum) - Algemeen
- Lancetbladige basterdwederik (Epilobium lanceolatum) - Zeer zeldzaam
- Moeras basterdwederik (Epilobium palustre) - Algemeen
- Viltige basterdwederik (Epilobium parviflorum) - Algemeen
Verklaring Nederlandse naam
Beklierde vanwege de aanwezige lichte(dus alleen zichtbaar met loepje of macrolens) klierbeharing op de stengel.
Een klierhaar van een plant is een haar die stoffen kan uitscheiden, zoals etherische olie. Ze hebben een dicht cytoplasma en veel mitochondriën. Het is een uitgroeisel van de epidermis en kan bestaan uit een enkele cel maar kan ook meerdere cellagen hebben en verschillende vormen hebben.
De klierharen hebben de volgende functies:
- Voorkomen van insectenschade van bijvoorbeeld bladluizen door afscheiding van een kleverige vloeistof, zoals bijv. bij Kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa).
- Vangen van insecten door afgifte van een kleverige vloeistof waardoor deze gevangen worden om als voedsel te dienen zoals bijv. bij Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
- Verspreiden van de vruchten en zaden door uitscheiding van een kleverige vloeistof, waardoor ze aan dieren blijven plakken, zoals bijv. bij Kruipend stalkruid/Kattendoorn (Ononis spinosa subsp. procurrens/Spinosa).
Basterd vanwege het onderscheid met de echte, geneeskrachtige, wederik (Lysimachia vulgaris).
Het woord Wederik komt van het Duitse Weide, wat Wilg betekent. Dit omdat de stengelbladeren van de Grote Wederik (Lysimachia vulgaris) op die van de Wilg lijken.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Kleverige tieneblom
- English: American willowherb
- Français: Epilobe ciliée
- Deutsch: Drüsiges Weidenröschen
- Espanõl: ?
- Italiano: Epilobio adenocaule, Epilobio cigliato, Garofanino a fusto stretto
- Svenska: Vit dunört
- Norsk: Blygmjølke
- Dansk: Hvid Dueurt
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is American willowherb: Dit betekent "Amerikaanse wilgenkruid". De verklaring is dat de bladeren van deze plant op die van een wilg lijken (net zoals de Nederlandse verklaring). Ook in Amerika (Noord-Amerika) komt deze plant veel voor. Met name verschijnt deze plant als eerste nadat een groot gebied is afgebrand.
Voor de verspreiding van Beklierde basterdwederik in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Epilobe ciliée: Epilobe is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam. Alhoewel ik al heel snel Wilgenroosje als resultaat kreeg. Ciliée betekent "bedekt met wimpers" wat weer duidt op die haren die deze plant niet heeft.
De Duitse naam is Drüsiges Weidenröschen: Drüsiges betekent "beklierde" en Weidenröschen natuurlijk "weidenroosje".
Voor de verspreiding van Beklierde basterdwederik in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse is mij onbekend. Er zijn nauwelijks waarnemingen in Spanje.
Er zijn drie Italiaanse namen:
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
- Epilobio adenocaule. Epilobio is de Italiaanse benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Adenkaule komt van het Griekse Adenosine dat "klier" betekent en Caulon dat "Stengel" betekent. De naam verwijst naar met klierharen bezette stengel. Eigenlijk is dit een ondersoort.
- Epilobio cigliato. Dit is de Italiaanse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
- Garofanino a fusto stretto. Garofanino betekent "fireweed". Deze volks naam wordt soms gegeven aan het Wilgenroosje (Chamerion angustifolium). A fusto a stretto betekent "met de smalle stengel".
De Zweedse naam is Vit dunört: Vit betekent "wit maar ook een soort tussen woord wat zoiets betekent als deel van". Dunört bestaat uit twee woorden Dun wat "dons" betekent en Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid"., dus Kruid van dons wat natuurlijk weer verwijst naar Harig Wilgenroosje.
Voor de verspreiding van Beklierde basterdwederik in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Blygmjølke: Blyg betekent "bleek" en Mjølke "melken". Dit vind ik persoonlijk een vreemde naam omdat de Epilobium familie niks te maken heeft met melksap. Wel is de bloem enig sinds bleek (roze).
De Deense naam is Hvid Dueurt: Hvid betekent "wit/blank" en Duert bestaat uit twee delen. Due betekent "duif" en Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid". Wit donskruid.
Wat ik bij alle verklaringen tegen kwam is dat niemand eigenlijk weet hoe het zit met deze omvangrijke familie. Deze pagina laat zien dat er tussen de 160 en 200 soorten!! Basterdwederiken zijn!! Aangezien een plantennaam niet in een keer ontstaat verandert hij ook niet met elk nieuw inzicht.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke of soms brakke, vaak omgewerkte grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaats
Bermen, wallen, muren, akkers, zandplaten in bedijkte zeearmen, braakliggende grond, ruderale plaatsen, grasland (open plekken in uiterwaarden), langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen, bouwterreinen, afgravingen (zandgroeven), plantsoenen, bloembakken, tussen straatstenen, moerassen, waterkanten (drooggevallen oevers en aanspoelselgordels langs rivieren), kapvlakten, verwaarloosde tuinen, grinddaken en dakgoten.
Verspreiding
Nederland
Plaatselijk vrij algemeen in Limburg, in Noord-Brabant, in het rivierengebied, in stedelijke gebieden en in het westen van het land. Zeldzaam in het noorden en noordoosten en zeer zeldzaam op de Waddeneilanden.
Vlaanderen
Plaatselijk algemeen. De soort heeft zich sterk uitgebreid.
Wallonië
Plaatselijk vrij algemeen.
Wereld
Oorspronkelijk komt de soort uit Noord-Amerika. Sinds het eind van de 19de eeuw is de plant ingeburgerd in Engeland. In Nederland werd Beklierde basterdwederik voor het eerst gevonden in 1915. Inmiddels heeft de plant zich over een groot deel van Noord-, West- en Midden-Europa uitgebreid.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Planten in het nieuws
Niet dezelfde soort maar wel interessant.
Verspreiding Beklierde basterdwederik
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten