Grote brandnetel

Algemeen

Mensen lopen niet graag tegen brandnetels, omdat de brandharen van de plant bij aanraking gaan prikken en jeuken. Het is een van de weinige soorten onkruid die iedereen bij naam kent. Aan de top van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanraking in de huid vast komt te zitten. Daarbij breekt de knop van de brandhaar af en komt een mengsel van stoffen in de huid die de brandende en langdurig aanhoudende jeuk veroorzaken. Ook ontstaan op de huid lichtere, jeukende bultjes, die netelblaren worden genoemd.

Onderzoeken uit 1849, 1947 en 1969 toonden aan dat de brandharen acetylcholine, histamine, serotonine en mierenzuur bevatten. Laatstgenoemde stof zou de belangrijkste veroorzaker van de jeuk/prikken zijn. De afgelopen 100 jaar is weinig onderzoek verricht op dit gebied. Wat wel bekend is, is vaak gebaseerd op twijfelachtige referenties of kwalitatief slecht onderzoek. Of mierenzuur werkelijk de belangrijkste veroorzaker van de jeuk is, zal nader onderzocht moeten worden. Onderzoek uit 2006 toonde aan dat oxaalzuur en wijnsteenzuur waarschijnlijk de veroorzakers van de aanhoudende jeuk/prikken zijn. Van acetylcholine, histamine, serotonine kon niet overtuigend worden aangetoond dat zij een belangrijke bijdrage aan de jeukende/prikkende effecten leveren. De jeuk of het branderige gevoel is te verzachten door de huid in te wrijven met sap van de Grote weegbree (Plantago major subsp. major) of met Hondsdraf (Glechoma hederacea), dat niet geheel toevallig vaak in de buurt groeit.

Tot zover het pijnlijke verhaal dat hier staat (afkomstig van een deel van de Wikipedia pagina). De Brandnetel had en heeft ook een goede reputatie. Vroeger werd hij vaak gebruikt in de soep, als geneesmiddel en de stengelvezels werden gebruikt als weefmateriaal. Tegenwoordig is het een goede indicator om te zien of er Stikstof en/of fosfaat in de grond zit. Brandnetels zijn dankbare planten voor vlinders voor hun eiafzet. O.a. de Atalanta, de Dagpauwoog en de Kleine vos maken hier dankbaar gebruik van. En een Brandnetel is, zeker van dichtbij, een zeer mooie plant!  De Grote brandnetel bloeit in September tot en met de herfst.

De laatste tijd zie ik steeds vaker meldingen voorbijkomen van de Zuidelijke brandnetel (Urtica membranacea). Deze plant staat nu nog te boek bij Floron als zeldzaam. De plant is ook pas sinds 2000 te vinden. Maar waarschijnlijk gaat dit door klimaatverandering anders worden.

Er komen in Nederland 3 soorten Brandnetel (Urtica) soorten in het wild voor:

  • Grote brandnetel (Urtica dioica) - algemeen
  • Kleine brandnetel (Urtica urens) - algemeen
  • Zuidelijke brandnetel (Urtica membranacea) - zeldzaam/invasief

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Verklaring Nederlandse naam

Groot want er is ook een kleine variant.

Het netelmechanisme werkt eenvoudig: bij aanraking breken de punten van de brandharen af, waarbij een zuur vrijkomt. Dit zuur veroorzaakt jeukbulten en een brandende pijn.

Er zijn twee verklaringen voor het woord Netel:

    1. Het woord Netel zou ontstaan zijn uit het Oudhoogduits en Oudgermaans dat afgeleidt is van het Oudnoorse "nada" wat speer betekent.
    2. Het woord Netel" is afkomstig uit het Angelsaksisch en afgeleid van het woord noedl of naald.

Een verhaal met ongeveer dezelfde strekking komt van de site natuurverhalen.nl.

Toen God in den beginne de hemel en de aarde schiep zorgde Hij ook voor het voedsel voor mens en dier: graszaden voor de muizen, eikels voor de zwijnen, elzenzaden voor de putters en dennenappels voor de eekhoorns en de spechten. De duivel kreeg ook zijn deel, hij kreeg boekweit en haver en was ermee in z’n nopjes. Duizenden jaren later werden boekweit en haver hoofdvoedsel voor de mensen in de Lage Landen. Een engel zag dit vanuit de hemel en repte zich naar God. ‘Boekweit en haver zijn het basisvoedsel voor de mensen. Het kan nooit goed met ze aflopen als ze voor hun voedsel afhankelijk zijn van de duivel. Hij zal er misbruik van maken.’ Na overleg vertrok de engel naar het woongebied van de duivel en zag dat deze nog altijd erg in zijn nopjes was met zijn boekweit en haver. Hij was zo tevreden dat hij bijna de hele dag zong: ‘Haver en boekweit, boekweit en haver, haver en boekweit, boekweit en haver.’ De engel begreep dat de duivel niet zomaar afstand zou doen van deze gewassen en bedacht een listige wisseltruc. Hij ging naar de duivel en zei: ‘Nee, duivel, het is geen haver en boekweit, maar netel en distel.’ De duivel keek hem aan of hij gek was en ging door met zijn ‘boekweit en haver’. De engel bleef maar zeggen: ‘Nee, netel en distel, distel en netel,’ dagenlang. De duivel werd er gek van. Toen hij een nacht slecht had geslapen en vanaf het moment dat hij de ogen opende de engel alweer hoorde zeggen ‘netel en distel, distel en netel’, raakte hij in de war en zong ook ‘netel en distel, distel en netel’. De duivel was nog niet uitgesproken of de engel gaf hem netels en distels en ging er als een speer vandoor met de haver en boekweit om de mensen de veilige voedselgewassen te geven. Netels waren in die dagen nuttige planten; mensen maakten er touw en stoffen van. Toen de duivel de wisseltruc ontdekte werd hij razend en was des duivels. Als wraak voegde hij jeukend vuur toe aan de netels. Sindsdien branden mensen hun vingers als ze netels plukken en dat jeukt uren. Het is de vurige wraak die de duivel heeft toegevoegd aan de gezonde, veelzijdige netelplant, die daardoor een duivelsplant werd.

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring.

Namen in andere talen

  • English: Stinging nettle, Common nettle
  • Français: Grande ortie, Ortie dioïque, Ortie commune
  • Deutsch: Große Brennnessel
  • Espanõl: Ortiga mayor, 
  • Italiano: Ortica comune
  • Svenska: Brännässla
  • Norsk: Brennesle, Stornesle
  • Dansk: Brændenælde,  Stor Nælde

Verklaring Buitenlandse namen

Er zijn twee Engelse namen:

  1. Stinging nettle: Dit betekent "stekende netel". Een verklaring is hier overbodig. Het woord Netel wordt bij de Nederlandse naam gegeven. Een niet stekende netel heet in Engeland dan ook Dead-nettle zoals bijv. de Paarse dovenetel (Lamium purpureum). 
  2. Common nettle. Dit betekent "gewone brandnetel". Dit ter onderscheid van bijv. de Kleine brandnetel (Urtica urens) die in Engeland Small nettle heet.

Voor de verspreiding van Grote brandnetel  in Engeland zie deze kaart.

Er zijn twee Franse namen:

  1. Grande ortie: Dit betekent "grote netel".
  2. Ortie dioïque: Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Große Brennnessel. Net als de Nederlandse naam "grote brandnetel".

De Spaanse naam is Ortiga mayor. Ortiga is de Spaanse benaming voor de eerste wetenschappelijke naam. Mayor is afgeleid uit het Latijn en betekent "groter". 

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Ortica comune: Ortica is de Italiaanse benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Comune betekent "algemeen".

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Brännässla: Dit betekent gewoon "brandnetel".

Voor de verspreiding van Grote brandnetel in Zweden zie deze kaart.

Er zijn twee Noorse namen:

  1. Brennesle: Dit betekent weer "brandnetel".
  2. Stornesle: Een kleine variatie, "grote brandnetel".

 Er zijn twee Deense namen:

  1. Brændenælde: Dit betekent ook weer "brandnetel".
  2. Stor Nælde: En dit betekent ook weer "grote brandnetel".

Blog

Op de site van Stadsplanten staat een leuk artikel over deze plant.

Planten in het nieuws

Verspreiding Grote brandnetel

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's