Algemeen
Wat niet veel mensen weten is dat Hengel een halfparasiet is. Hengel heeft groene blaadjes voor fotosynthese, maar water met nutriënten wordt door de wortels aftapt uit de wortels van andere planten. Met deze strategie kan hengel in een aantal weken volledig uitgroeien en ook in droge milieus voldoende water opnemen. Bekende gastplanten zijn eik, berk en bosbes. Wat overigens niet zo gek is want Hengel is een typische bosplant, ondanks wat het tweede gedeelte van de Melampyrum pratense (Hengel) naam wil doen vermoeden. Een andere manier van verspreiden voor Hengel is m.b.v. een mierenbroodje. Dit is een aanhangsel aan zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor (bos) mieren. Mieren verspreiden de zaden van de plant wanneer ze ze terugbrengen naar hun nest om hun jongen te voeden. Samen met de zeer zeldzame Wilde weit (Melampyrum arvense) zijn dit de enige Melampyrum soorten die in Nederland in het wild voorkomen. Hengel bloeit in Juni, Juli en Augustus.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Verklaring Nederlandse naam
Het zou kunnen dat de naam is ontstaan doordat de stengels en zijtakken een beetje naar voren neigen. En omdat de bloemen aan de top iets voorovergebogen hangen lijkt het geheel op een hengel waar mee gevist word.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Swartkoarn
- English: Common Cow-wheat
- Français: Mélampyre des prés
- Deutsch: Wiesen-Wachtelweizen
- Espanõl: Trigo vacuno
- Italiano: Spigarola bianca
- Svenska: Ängskovall
- Norsk: Stormarimjelle
- Dansk: Almindelig Kohvede
- Suomalainen: Kangasmaitikka
verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Common Cow-wheat. Dit betekent "gewoon koe-kruid/tarwe". Ondanks dat het een typische bosplant is komt deze plant ook in weidegebieden (zie het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam) voor. Dit verklaart de naam Cow-wheat. Koeien eten graag de (witachtige) zaden, ondanks de lichte giftigheid, van de plant. Juist koeien die gevoerd werden met deze plant produceerde melk die extra gele boter opleverde. Een oud-Nederlandse naam is ook Koetarwe.
Voor de verspreiding van Hengel in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Mélampyre des prés. Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
De Duitse naam is Wiesen-Wachtelweizen
De Spaanse naam is Trigo vacuno. Dit betekent letterlijk "tarwe rund", dus eigenlijk Cow-wheat zoals de Engelse naam.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse is Spigarola bianca. Dit betekent "melampyrum van het bos". Het is een combinatie van het eerste deel van de wetenschappelijke naam en de plek waar je deze plant kan vinden. Eigenlijk is dit de juiste naam voor Hengel in tegenstelling tot de wetenschappelijke naam.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Ängskovall. Äng betekent "weide". Skovall is mij nog onbekend.
Voor de verspreiding van Hengel in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Stormarimjelle. Stor betekent "groot". Dit is puur ter onderscheid. Er bestaat bijv. ook Åkermarimjelle (Wilde weit). Het woord Mirimjelle is mij nog onbekend.
De Deense naam is Almindelig Kohvede. Almindelig betekent "algemeen". Kohvede betekent "koetarwe". Dit werd negatief bedoeld. Het vee (koeien) konden tijdens het grazen deze plant makkelijk verteren. Werd deze plant echter samen met het andere tarwe mee geoogst dan kreeg je "vervuild" graan waar een minder kwaliteit brood mee werd gebakken. Ook andere planten zoals Grote weegbree (Plantago major subsp. major), Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius) of bijv. Bolderik (Agrostemma githago) hadden dit zelfde effect.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Half tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme, stikstofarme, zwak zure tot zure grond met een vrij slecht verterende strooisellaag (zand en leem, soms op veen). Hengel is een halfparasiet die als gastheer voornamelijk Zomereik en Ruwe en Zachte berk leeft, maar ook wel bosbessen.
Groeiplaats
Bossen (open plekken in loofbossen en langs bospaden), kapvlakten, bosranden, struwelen, houtwallen, zeeduinen (duinbos), grazige vegetaties onder bomen, beschaduwde bermen en heide.
Verspreiding
Nederland
Plaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden van het land en vrij zeldzaam in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam, o.a. in de Hollandse duinen. Niet in Zeeland, het noordelijk zeekleigebied, op de Waddeneilanden en in Flevoland.
Vlaanderen
Vrij algemeen in de Kempen. Elders zeldzamer.
Wallonië
Vrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzamer.
Wereld
Europa, behalve in het meest zuidelijke deel. Ook niet op IJsland. Oostelijk tot in Midden-Siberië.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Hengel
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten