Algemeen
Grappig, nu eens niet een plant oprukkend vanuit het Zuiden door klimaatverandering maar een plant uit het Noorden. Hij is al in de 19e eeuw ingevoerd. Hij staat wel te boek als een vrij zeldzame soort maar is volgens de Rode lijst niet bedreigd. Mocht u rond het Grote rivierengebied zijn is er een kans hem tegen te komen. Want daar ligt het zwaartepunt van waarnemingen. Noorse ganzerik bloeit in Juni tot en met September.
Er komen minstens 13 soorten Ganzerik (Potentilla) in het wild voor in Nederland:
- Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis) - zeldzaam
- Kruipganzerik (Potentilla anglica) - algemeen
- Liggende ganzerik (Potentilla supina) - vrij zeldzaam
- Middelste ganzerik (Potentilla intermedia) - vrij zeldzaam
- Noorse ganzerik (Potentilla norvegica) - vrij zeldzaam
- Rechte ganzerik (Potentilla recta) - vrij zeldzaam
- Schijnaardbei (Potentilla indica) - algemeen
- Tormentil (Potentilla erecta) - algemeen
- Vijfvingerkruid (Potentilla reptans) - algemeen
- Viltganzerik (Potentilla argentea) - algemeen
- Voorjaarsganzerik (Potentilla verna/Potentilla tabernaemontani) - zeldzaam
- Wateraardbei (Comarum palustre /Potentilla palustris) - algemeen
- Zilverschoon (Potentilla anserina) - algemeen
Verklaring Nederlandse naam
Dat Noorse wordt dus hierboven uitgelegd.
Het woord Ganzerik is afgeleid van het Hoogduitse Gänserich, Het betekend mannetjes gans/eend. De plant diende waarschijnlijk als vogelvoer n.a.v. de vorm van de kroonblaadjes. Deze lijken op de poten van een gans/eend.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Noarsk sulverblêd
- English: Ternate-leaved Cinquefoil
- Français: Potentille norvégienne
- Deutsch: Norwegisches Fingerkraut
- Espanõl: ?
- Italiano: Cinquefoglia di Norvegia
- Svenska: Norsk fingerört
- Norsk: Norsk mure
- Dansk: Norsk Potentil
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Ternate-leaved Cinquefoil. Ternate-leaved betekent "verdeeld stengelblad". Hiermee wordt bedoeld dat het stengelblad in de meeste gevallen in drie delen is verdeeld (het is een belangrijk determinatie-kenmerk. Veel leden van de Potentilla-familie (Ganzeriken) heten in Engeland Cinquefoil. Cinque komt van het Latijnse Quinct en betekent "vijf". Foil betekent "blad". Alhoewel Vijfvingerkruid soms kruist met andere Ganzeriken en dan een extra kroonblad vormt. Het aantal "vingers" wil soms ook wel eens wisselenen, zoals bij deze plant.
De Franse naam is Potentille norvégienne. Dit is de Franse benaming voor de wetenschappelijke naam.
De Duitse naam is Norwegisches Fingerkraut. Dit betekent "noorse vingerkruid". De uitleg voor het woord Noorse staat bij het hoofdstuk Algemeen.
De Spaanse naam is onbekend. Er zijn (natuurlijk) ook geen waarnemingen in Spanje.
De Italiaanse naam is Cinquefoglia di Norvegia. Dit betekent , net als de Nederlandse naam, "Noors vijfvingerkruid". In Italië heet elke plant uit het geslacht Potentilla (Ganzerik) Cinquefoglia. Cinque komt van het Latijnse Quinct en betekent "vijf". Foglia betekent "blad". Alle Ganzeriken hebben een vijfdelig (vingerig) kroonblad. Het aantal "vingers" wil soms ook wel eens wisselenen als de soort met een andere Ganzerik-soort kruist. Op enkele uitzonderingen na, bijv. Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis) en zonder kruising is het stengelblad verdeeld in 5 deelblaadjes. Het woord erna geeft aan om welke soort het gaat. Di Norvegia betekent "uit Noorwegen".
De Zweedse, Noors en Deense naam is nagenoeg gelijk, Fingerört/Norsk mure/Norsk Potentil. Dit betekent Vingerkruid/Noors/Noors. Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".In Noorwegen heet elke Potentilla-soort Mure. Dit Mure moet niet gezien worden zoals in het Nederlandse Muur maar eerder als Kruid. Er is geen letterlijke beschrijving/herkomst voor het woord Mure. Vóór het woord Mure staat een woord dat aangeeft om welke soort het gaat. In dit geval dus Norsk. Potentil is de Deense benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op droge tot vrij vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, stikstofrijke, kalkarme en meestal omgewerkte grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaats
Omgewerkte grond, braakliggende grond, moestuinen, ruderale plaatsen, ruigten (voedselrijke ruigten), bermen (open plekken en schrale bermen), heide (langs vennen), waterkanten, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), zandstorten, in krimpscheuren van drooggevallen uiterwaarden, bij houtopslagplaatsen, bij graanoverslagbedrijven, industrieterreinen, haventerreinen, stortterreinen, mijnsteenbergenen rotsachtige plaatsen.
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam in het rivierengebied in Midden-Nederland en in stedelijke gebieden en zeer zeldzaam in Zuid-Limburg. Voor het eerst gevonden in 1885 in Deventer.
Vlaanderen
Zeldzaam.
Wallonië
Zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Wereld
Gematigde en koude streken op het noordelijk halfrond. Nu ook in Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Noorse ganzerik
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten