Algemeen
Zeegroene ganzenvoet is samen met bijv. Melganzenvoet (Chenopodium album), Perzikkruid (Persicaria maculosa), Moeraskers (Rorippa palustris), en samen met nog vele andere soorten een typische pioniersplant. Dat wil zeggen dat deze soort een van de eerste planten is die boven de grond komt als er bijv. gewerkt is aan de weg. De plant lijkt veel op Korrelganzenvoet (Lipandra polysperma/Chenopodium polyspermum) maar verschilt wel op diverse punten. Zeegroene ganzenvoet bloeit in Juni tot en met de herfst.
Er komen minstens 11 soorten die Ganzenvoet heten, maar dus lang niet altijd tot het geslacht Chenopodium behoren, in het wild voor in Nederland:
- Beursjes ganzenvoet (Oxybasis chenopodioides ) - Zeer zeldzaam
- Esdoornganzenvoet (Chenopodiastrum hybridum) - Zeldzaam
- Korrelganzenvoet (Lipandra polysperma/Chenopodium polyspermum) - Algemeen
- Liggende ganzenvoet (Dysphania pumilio) - Vrij zeldzaam
- Melganzenvoet (Chenopodium album) - Vrij algemeen
- Muurganzenvoet (Chenopodiastrummurale) - Zeldzaam
- Rode ganzenvoet (Oxybasis rubra) - Algemeen
- Stinkende Ganzenvoet (Chenopodium vulvaria) - Zeer zeldzaam
- Stippelganzenvoet (Chenopodium ficifolium) - Algemeen
- Welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides) - Vrij zeldzaam
- Zeegroene ganzenvoet (Oxybasis glauca) - Algemeen
Verklaring Nederlandse naam
Het woord zeegroen heeft te maken met de kleur van de stengelbladeren. Deze is iets afwijkend van de gebruikelijke kleur groen die je meestal ziet bij stengelbladeren. Persoonlijk denk ik dat het meer te maken heeft met de kleur van het waslaagje aan de onderkant van het stengelblad (zie foto's). De plant is trouwens geen typische kustbewoner.
Het woord Ganzenvoet heeft ook te maken met de stengelbladeren, namelijk de vorm.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Griene mealje
- English: Oak-leaved goosefoot
- Français: Oxybaside glauque
- Deutsch: Graugrüner Gänsefuß
- Espanõl: ?
- Italiano: Chenopodio glauco
- Svenska: Blåmålla
- Norsk: Ugrasblåmelde
- Dansk: Blågrøn Gåsefod
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Oak-leaved goosefoot. Dit betekent "eikebladvormige ganzenvoet". Het grappige is dat de Engelse naam de enige naam is die de vorm van het blad vergelijkt met eikenblaadjes. Goed het is een beetje tegenstrijdig want de naam Ganzenvoet refereert al aan de gelijkenis met ganzenpootjes.
Voor de verspreiding van Zeegroen ganzenvoet in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Oxybaside glauque. Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
De Duitse naam is Graugrüner Gänsefuß. Dit betekent "grauwgroene ganzenvoet". In Duitsland heeft men het over grauw groen i.p.v. zeegroen.
Voor de verspreiding van Zeegroene ganzenvoet in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is mij onbekend.
De Italiaanse naam is Chenopodio glauco. In veel landen is de geslachtsnaam Oxybasis niet in gebruik. Wel de andere naam, Chenopodium. Dus krijg je hier de Italiaanse benaming van de volledige wetenschappelijke naam, Chenopium glauca.
De Zweedse naam is Blåmålla. Het woord Målla is waarschijnlijk afgeleid van Möla dat "molen" betekent. De plek waar natuurlijk meel te vinden is, verwijzend naar de witte "meel" laag op de plant. Dit gaat natuurlijk over een andere plant, Melganzenvoet (Chenopodium album). Wat al bij de Italiaanse naam staat, ook in Zweden behoort de Zeegroene ganzenvoet in het Chenopodiumgeslacht. Het woordje ervoor, Blä betekent "blauw". Dus een Blauwe (zeegroene) ganzenvoetsoort.
Voor de verspreiding van Zeegroene ganzenvoet in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Ugrasblåmelde. Dit betekent "onkruid blauw melde". Kennelijk ziet men deze blauwe melde (Zeegroene ganzenvoet) in Noorwegen als onkruid. Mede omdat het een succesvolle pioniers plant is. Gek genoeg word dit "onkruid" nauwelijks waargenomen in Noorwegen.
De Deense naam is Blågrøn Gåsefod. Dit betekent "blauwgroene ganzenvoet", een kleine variant op de Nederlandse naam.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, open plaatsen (pioniervegetaties op vochtige tot natte, voedselrijke, met name stikstofrijke grond (vooral op klei, maar ook wel op laagveen en duinzand).
Groeiplaats
Wegranden, droogvallende plaatsen in uiterwaarden, drooggevallen bodems van oude rivierarmen, tichelgaten, akkers, tuinen, perken, ruigten, ruderale plaatsen (o.a. bij mesthopen en afvalhopen), omgewerkte grond, braakliggende grond, verstoorde grond, opgespoten grond, zeeduinen (langs duinplassen), waterkanten (langs veedrinkpoelen) en bij toegangen van weiland.
Verspreiding
Nederland
Vrij algemeen in Zeeland, in het noordelijk zeekleigebied, in laagveengebieden, in de Hollandse duinstreek en in het rivierengebied. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Vlaanderen
Vrij zeldzaam.
Wallonië
Vrij zeldzaam, maar zeer zeldzaam in de Ardennen.
Wereld
In alle werelddelen. In gebieden met een gematigd of koel klimaat.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Zeegroene ganzenvoet
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten