Typha angustifolia

Algemeen

Naast de Kleine lisdodde (Typha angustifolia) is dit de enige soort Lisdodde (Typha) die in Nederland in het wild voor komt.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Typha angustifolia L.

Er zijn meerdere verklaringen voor de naam Typha:

  1. Typha is afgeleid van tiphos (Grieks) en betekent "moeras/plas", de natuurlijke groeiplaats van deze plant.
  2. Typha kan afkomstig zijn van typhe en betekent "kattestaart", naar de vorm van de bloeiwijze.
  3. Typha komt van typhein (Grieks of Latijn) en betekent "branden", naar de fakkelvormige bloeikolven/aren.
  4. typha is afgeleid van het woord typhos(Grieks) en betekent "rook" en heeft betrekking op de zwartachtig bruine kleur van de rijpe aar

Angustifolius komt van Angustus (Latijn) en betekent "smal", en van Follum (Latijn) en betekent "blad", verwijzend naar de lancetvormige bladeren. De bladeren van deze plant zijn smaller dan die van de Grote lisdodde (Typha latifolia).

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Typha angustifolia in de publicatie Species Plantarum.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Lytse tuorrebout
  • English: Lesser Bulrush, narrowleaf cattail
  • Français: Massette à feuilles étroites
  • Deutsch: Schmalblättriger Rohrkolben
  • Espanõl: Espadaña
  • Italiano: Lisca a foglie strette
  • Svenska: Smalbladigt kaveldun
  • Norsk: Smalt dunkjevle
  • Dansk: Smalbladet Dunhammer

verklaring Buitenlandse namen

Er zijn twee Engelse namen:

  1. Lesser Bulrush: Dit betekent "kleinere bulrush. Rush is de algemene naam in Engeland voor planten die groeien in moerassige gebieden en stijve bladeren en holle stengels bezitten. In het Nederland zijn dit vaak Russen (Juncus) bijvoorbeeld de Pitrus. Volgens een Engels etymologisch woordenboek is de oorsprong van het woord bul of bull onbekend.
  2. Narrowleaf cattail: Narrowleaf betekent "smalbladig". In tegenstelling tot de Grote lisdodde (Typha latifolia) zijn de bladeren van deze plant iets smaller. Cattail betekent "kattenstaart". Het grappige is dat wat in Nederland de Grote kattenstaart (Lythrum salicaria) is in Engeland een heel andere naam heeft. Wat mij betreft is de naam Kattenstaart voor deze plant meer terecht. Vooral in de herfst krijgen Lisdoddes een pluizig uiteinde dat veel weg heeft van een kattenstaart.

Voor de verspreiding van Kleine lisdodde in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Massette à feuilles étroites. Massette betekent "voorhamer/sledgehamer".  À feuilles betekent "met bladeren en Étroites betekent "smalle", dus "met smalle bladeren. Dit heeft alles te maken met het uiterlijk. De complete plant met het cylindrische vruchthoofd heeft iets weg van de voorhamer.

De Duitse naam is Schmalblättriger Rohrkolben. Schmalblättriger betekent "smalbladige". Rohrkolben betekent "riet bloeikolf".

De Spaanse naam is mij onbekend. Het aantal varianten is zo groot dat ik de meest gebruikte naam niet ken.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is  Lisca a foglie strette. Dit betekent "Lis met versmalde bladeren".

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Smalbladigt kaveldun. Dit betekent "smalbladig vruchthoofd".Met smalbladig worden de smalle stengelbladeren van Kleine lisdodde bedoeld. De meters lange smalle bladeren zijn 3-10 mm breed en veel smaller dan die van de Grote lisdodde, die 1-2 cm breed zijn. Kavel verwijst naar de cylindrische vruchthoofd van alle Lisdoddes en Dun verwijst naar de pluizige vruchten die met de bloei van dit vruchthoofd afvallen en wegwaaien.

Voor de verspreiding van Kleine lisdodde in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Smalt dunkjevle. Letterlijk betekent dit "smalle dons deegroller". Natuurlijk is dit een beetje een vreemd woord maar het geeft prima weer hoe de plant er uit ziet, brede bladeren, een zacht (zeker na de bloei!) cylindrisch vruchthoofd.

De Deense naam is Smalbladet Dunhammer. Dit betekent "smalbladige donshamer".

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige plaatsen in en langs ondiep, matig voedselarm tot voedselrijk, stilstaand of langzaam stromend, zwak zuur tot licht kalkhoudend, zoet, zelden zwak brak water met een vaak organische tot venige bodem.

Groeiplaats
Waterkanten en water (kanalen, brede sloten en petgaten), zeeduinen (langs duinplassen), moerassen (moerasvarenrietland, jong veenmosrietland, kleine, ondiepe plassen met veel drijftillen en oude rivierlopen) en zelden in bossen (moerasbossen).

Verspreiding

Nederland
Vrij algemeen. Het meest in het westen en noorden van het land, in laagveengebieden en het rivierengebied. Vrij zeldzaam in Zuid-Limburg.

Vlaanderen
Vrij algemeen in de Polders en de Kempen. Elders zeldzamer, maar zeldzaam in de Leemstreek.

Wallonië
Vrij algemeen in Brabant. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.

Wereld
Gematigde streken op het noordelijk halfrond, echter maar weinig in het Pacifische gebied. Een nauw verwante soort groeit in de tropen en de subtropen.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Typha angustifolia

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten