Allium schoenoprasum

Algemeen

Natuurlijk kent iedereen Bieslook. Bijna in iedere keuken en in iedere (heem)tuin) is dit kruid te vinden. In Nederland was de soort oorspronkelijk vrij zeldzaam en beperkt tot het rivierengebied, maar is door cultivering als sierplant of keukenkruid overal verwilderd en ingeburgerd en wordt nu op tal van plaatsen waargenomen. Bieslook bloeit in Mei, Juni en Juli.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Er komen in minstens 6 soorten Look (Allium) in het wild voor in Nederland:

Verklaring wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Allium schoenoprasum L.

De verklaring voor het woord Allium is onzeker. Er zijn meerdere mogelijke verklaringen o.a.:

  • Het woord is afgeleid van het Latijnse werkwoord Olere. Dit betekent "ruiken".
  • Allium is afgeleid van het Griekse ἀλέω/aleo dat "vermijden" betekent. Natuurlijk vanwege de ui/knoflookgeur.

De naam Schoenoprasum is afgeleid van het Griekse σχοίνος/Skhoínos  dat "Zegge of Biezen" betekent en πράσον/Práson dat "prei" betekent. Dit alles heeft natuurlijk met vorm en smaak te maken. In de Middeleeuwen stond Bieslook bekend als 'biesprei'.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. Hij beschreef in 1753  Allium schoenoprasum in zijn publicatie Species Plantarum. Later word de soort vele malen herschreven maar dan als sectie, variatie of ondersoort.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Bizelok
  • English: Chives
  • Français: Civette
  • Deutsch: Schnittlauch
  • Espanõl: cebollino
  • Italiano: Aglio alpino
  • Svenska: Gräslök
  • Norsk: Graslauk
  • Dansk: Pur-Løg

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Chives. Chives komt van het Franse woord Cive/Chivette. Dit is weer een verbastering van het woord Cepa dat uit het Latijn komt en "ui" betekent. De ui is ook een onderdeel van de Look-soort. Ciboulette is ook een (zeer indirecte) verbastering van het Latijnse woord Cepa.

Voor de verspreiding van Bieslook in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Civette. De uitleg staat bij de Engelse naam uitgelegd.

De Duitse naam is Schnittlauch. Dit betekent "snijlook". De exacte verklaring heb ik nog niet kunnen vinden. Maar persoonlijk denk ik dat het simpelweg betekent dat deze plant gesneden kan worden voor de ui-achtige smaak.

Voor de verspreiding van Bieslook in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is cebollino. Ook dit is, net als de Engelse en Franse naam, een verbastering van het Latijnse woord Cepa. 

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt,

De Italiaanse naam is L'erba cipollina. L'erba betekent "het kruid". Cipollina is weer een verbastering van het woord Cepa. 

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse, Noorse en Deense naam is nagenoeg gelijk, Gräslök/Graslauk/Pur-Løg. Dit betekent Graslook/Graslook/Prei-look. Pur komt van het Zweedse Purre dat "prei" betekent (een andere Allium-soort)

Voor de verspreiding van Bieslook in Zweden zie deze kaart.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde, vrij open plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, neutrale tot kalkrijke grond (zand, leem, zavel, lichte klei, mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Zandige uiterwaarden, grasland (open plekken in 's winters overstroomde grond langs rivieren en beken en droog, neutraal grasland), rivierduinen, waterkanten (kribben), rivierdijken (dijkbeschoeiingen), licht beschaduwde, grazige plaatsen bij oude of afgebroken woningen, rotsachtige plaatsen en wegranden (langs asfaltwegen).

Verspreiding

Nederland
Vrij zeldzaam in het rivierengebied. Elders verwilderd.

Vlaanderen
Niet ingeburgerd, maar wel verwilderd vanuit tuinen.

Wallonië
Mogelijk op een paar plaatsen min of meer ingeburgerd.

Wereld
Koude en gematigde gebieden op het noordelijk halfrond.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Allium schoenoprasum

Verspreiding Bieslook

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Planten in het nieuws

Op de site van Stadsplanten.nl staat een leuk stukje over deze soort.