Algemeen
De verklaring voor "Dennen" bij de Nederlandse verklaring is een beetje kort door de bocht. Bij Ecologie & Verspreiding gaat een uitgebreidere uitleg. De Dennenorchis lijkt veel op de Herfstschroeforchis (Spiranthes spinalis). Deze heeft echter een kruipende wortelstok heeft in van wortelknollen. Iets wat je niet moet controleren bij een zeldzame orchis. De eironde bladeren met een spitse top staan net als bij de herfstschroeforchis in een wortelrozet, maar zijn tijdens de bloei niet afgestorven, en de nerven zijn met elkaar verbonden door opvallende haakse dwarsnerven. De bloemen van de dennenorchis zijn bezet met haren. Hij bloeit in Juli en Augustus.
Op de onderstaande lijst staan 26 soorten orchideeën. De meeste zijn, zoals hierboven genoemd, zeer zeldzaam tot zeldzaam. Sommige zijn zelfs algemeen. Maar alle zijn waargenomen in Nederland. Soms alleen in het puntje van Zuid-Limburg, soms enkel op de waddeneilanden en soms verspreid over een deel van het land. Zoals ook hierboven beschreven staat gebeurt het vaak dat orchideeën kruisen met andere soorten. Er ontstaan dan zogenaamde hybride soorten. Deze staan niet in de lijst.
- Aapjesorchis (Orchis simia)
- Bijenorchis (Ophrys apifera)
- Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum)
- Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii)
- Brede orchis (Dactylorhiza majalis)
- Brede wespenorchis (Epipactis helleborine subsp. helleborine)
- Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens)
- Dennenorchis (Goodyera repens)
- Duinwespenorchis (Epipactis helleborine subsp. neerlandica)
- Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata)
- Groenknolorchis (Liparis loeseli)
- Grote keverorchis (Neottia/Listera ovata)
- Harlekijn (Anacamptis morio/Orchis morio)
- Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis)
- Hondskruid (Anacamptis pyramidalis)
- Honing orchis (Herminium monorchis)
- Hyacintorchis (Himantoglossum robertianum)
- Kleine keverorchis (Neottia cordata)
- Mannetjesorchis (Orchis mascula)
- Poppenorchis (Orchis anthropophora)
- Purperorchis (Orchis purpurea)
- Rietorchis (Dactiloryza majalis subs.praetermissa)
- Soldaatje (Orchis militaris)
- Veenmosorchis (Hammarbya paludosa)
- Vliegenorchis (Ophrys insectifera subsp. insectifera)
- Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia)
Omdat het niet altijd even makkelijk is een Orchis op naam te brengen staat er op de site van Floron een handige zoekkaart.
Verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Goodyera repens (L.) R. Br. in W.T. Aiton
Goodyera komt van de naam van John Goodyer (1592-1664). Uit eerbetoon voor deze belangrijke botanicus noemde Robert Brown deze plant zo. Goodyer was een 17e-eeuwse botanicus die in leefde Hampshire in Engeland. Hij werd geboren in Alton. De tekst van deze (Engelse) Wiki-pagina geeft het belang van hem aan voor (Engelse) botanici: Een van zijn belangrijkste bijdragen was zijn werk met botanicus Thomas Johnson bij het produceren van een herziene en gecorrigeerde editie van John Gerard 's Herbal (1597), misschien wel de grootste Engelse kruidenkenner van zijn tijd, in 1633. Johnson noemde hem zijn " enige assistent". Hij vertaalde ook een Latijnse versie van het werk van Pedanius Dioscorides , De Materia Medica , en Theophrastus ' Historia Plantarum (1623).
Repens (Latijn) betekent "kruipend". Dit slaat op de wortelstok die zich kruipend onder de grond beweegt.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit (L.) R. Br.
L. staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij de soort als Satyrium repens in de publicatie Species Plantarum.
R. Br. staat voor Robert Brown (21 december 1773 - 10 juni 1858) was een Schotse botanicus en paleobotanicus die een belangrijke bijdrage leverde aan de botanie, grotendeels door zijn baanbrekende gebruik van de microscoop. Hij heeft ook talloze bijdragen geleverd aan de plantentaxonomie, met name door een aantal plantenfamilies op te richten die nog steeds worden geaccepteerd. De verder biografie is te lezen als de link word gevolgd, bij de naam. Van 1849 tot 1853 was Brown de voorzitter van de Linnean Society of London. In 1813 herschreef hij de soort als Goodyera repens in de publicatie Hortus Kewensis; or, a Catalogue of the Plants Cultivated in the Royal Botanic Garden at Kew.
Misschien is het opgevallen dat deze publicatie niet is uitgegeven door Brown maar door W.T. Aiton. Dit klopt want word bedoeld met het woordje 'in'.
Dit staat voor William Townsend Aiton (2 februari 1766 - 9 oktober 1849) was een Engels botanicus.
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Dinnekaaiblom
- English: Creeping Lady's-tresses, Lesser Rattlesnake Plantain, Dwarf Rattlesnake Plantain
- Français:Goodyère rampante
- Deutsch:Netzblatt
- Espanõl:
- Italiano: Godiera
- Svenska: Knärot.
- Norsk: Knerot.
- Dansk: Knærod.
Verklaring Buitenlandse namen
Er zijn drie Engelse namen:
- Creeping Lady's-tresses: Creeping betekent "kruipende". Lady's-tresses betekent "dames-haarlokken/vlechten ". De bloemen van deze plant kruipen als het ware in de vorm van een haarlok/vlecht langs de stengel.
- Lesser Rattlesnake Plantain: Lesser betekent "minder/kleiner". Rattlesnake betekent "ratelslang". Plantain betekent "weegbree". Deze Orchis is over het algemeen kleiner dan Goodyera tesselata of misschien Goodyera pubescens, beide genoemde Orchissen hebben geen Nederlandse naam. Maar grootte is nu niet bepaald een goed determinatie kenmerk. Op de bladeren van deze plant is een netwerk/patroon te zien van witte banen die met enige fantasie te vergelijken is met de huid van een (ratel)slang. Het zou natuurlijk ook kunnen zijn dat de plant zijn naam te danken heeft aan het feit dat het lijkt og er een (ratel) slang om de stengel omhoog kruipt, net als bij een esculaap (artsenteken, het symbool van Asklepios (Latijns= Aesculapius), de Griekse god van de geneeskunde). De bladeren zelf hebben ongeveer dezelfde vorm als die van Grote weegbree (Plantago major).
- Dwarf Rattlesnake Plantain: Dwarf betekent "dwerg" Rattlesnake Plantain wordt al in de tweede naam uitgelegd. Het is dus de dwerg/kleinere variant van een Goodyera.
Voor de verspreiding van de Dennenorchis in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Goodyère rampante. Goodyère is de Franse benaming voor de eerste wetenschappelijke naam. Rampante komt van Ramper en betekent "kruipen".
De Duitse naam is Netzblatt. Dit betekent "netwerkblad". Deze naam refereert aan het netwerkpatroon op de bladeren van deze plant.
Voor de verspreiding van Dennenorchis in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is mij onbekend. Er zijn wel waarnemingen in Spanje.
De Italiaanse naam is Godiera. Dit is de Italiaans benaming voor Goodyera, het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. De hier genoemde naam kan ook nog varianten hebben.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse, Noorse en Deense naam is nagenoeg gelijk, Knärot/Knerot/Knærod. Knä/kne/ Knæ betekent "knie". Rot betekent "wortel". De wortels (rhizomen) van deze plant vormen een horizontaal stelsel (dus geen verticale penwortel bijv.) en als een soort "kniegewricht" groeit hierop de horizontale stengel (plant).
Voor de verspreiding van Dennenorchis in Zweden zie deze kaart.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme, meestal zure grond. Dennenorchis wortelt in half-verteerd naaldenstrooisel. Goed doorluchte grond (zand en lemig zand).
Groeiplaats
Bossen (dennenbossen en andere mosrijke naaldbossen) en zeeduinen (duinvalleien en soms onder berken of kraaihei in de duinen en in jeneverbesstruweel). Dennenorchis komt voor in voedselarme, iets vochtige dennenbossen. Vooral in dennenbossen met een slecht ontwikkelde struiklaag komt de soort voor. Vaak kenmerkt de vegetatie zich door een dikke moslaag. De kruidlaag bedekt weinig van de bodem en bestaat onder andere uit Zandzegge, Gewoon struisgras en Eikvaren. Zodra de kruidlaag zich verder ontwikkelt en er ook een struiklaag ontstaat zijn de omstandigheden voor Dennenorchis minder gunstig geworden en verdwijnt de soort.
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam op de Waddeneilanden en in de duinen bij Schoorl. Zeer zeldzaam in Drenthe, Zuidoost-Fryslân, Midden-Nederland en Noord-Brabant. Vroeger ook in het oosten van het land en in de kalkrijke duinen. De soort komt sinds 1880 voor in Nederland.
Vlaanderen
Zeer zeldzaam in de Kempen. Voor het eerst gevonden in 1942.
Wallonië
Vrij zeldzaam in de zuidelijke Ardennen en zeldzaam tot zeer zeldzaam in het Maasgebied. Voor het eerst gevonden in 1902.
Wereld
Gematigde en koudere streken op het noordelijk halfrond. In zuidelijkere gebieden voornamelijk in gebergten.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Planten in het nieuws
Verspreiding Goodyera repens
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten