Sanguisorba minor

Algemeen

Grote pimpernel word samen met Moespimpernel (Poterium sanguisorba subsp. balearicum). nog al eens ingezaaid. Het verschil tussen deze twee planten is niet zo groot en is alleen te vinden in een goede flora. Hierdoor weet ik eigenlijk niet of op de foto wel een exemplaar staat van de Grote pimpernel. Ik behandel toch de plant als de Grote pimpernel.

Er komen minstens 4 soorten Pimpernel (Sanguisorba) in het wild voor in Nederland:

  • Grote pimpernel (Sanguisorba officinalis) - vrij zeldzaam
  • Kleine pimpernel (Poterium sanguisorba subsp. sanguisorba) - algemeen
  • Moespimpernel (Poterium sanguisorba subsp. balearicum) - algemeen

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Sanguisorba officinalis L.

Sanguis (Latijn) betekent "bloed" en Sorba komt van Sorbis (Latijn) en betekent "opnemen / absorberen" . Dit omdat de plant bekent stond om zijn bloedstelpende eigenschap.

Officinalis komt van Officium (Latijn) en betekent "in dienst van". Een plant met de toevoeging Officinalis stond/staat in dienst van de wetenschap. Om de geneeskrachtige werking werd/wordt deze plant daarvoor gebruikt.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Sanguisorba officinalis  in de publicatie Species Plantarum.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Grutte pimpernel
  • English: Great Burnet
  • Français: Grande pimprenelle
  • Deutsch: Grosse Wiesenknopf
  • Espanõl: Pimpinela menor
  • Italiano: Salvastrella maggiore
  • Svenska: blodtopp
  • Norsk: blodtopp
  • Dansk: Læge-Kvæsurt 

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Great Burnet. Het eerste woord Great is puur ter onderscheid. Er bestaat ook een Salad Burnet (Sanquisorba officinalis). Burnet komt van het Franse Brunette wat "bruinachtig/donker" betekent.  De bloemen van deze plant zijn donkerpaars gekleurd en daar kan Burnet misschien op slaan. In een veld (zie bijv. Google-afbeeldingen) vallen die donkere, paarsrode bloemen fel op.

Voor de verspreiding van de Grote pimpernel in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Pimprenelle. Dit is de Franse benaming voor de Nederlandse naam.

De Duitse naam is Großer Wiesenknopf. Dit betekent "kleine weidekop". Een erg algemene benaming voor een plant die bijna overal voorkomt.

Voor de verspreiding van Grote pimpernel in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is mij onbekend. Er zijn zoveel variant dat ik de meest gebruikte naam niet ken.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse is Salvastrella maggiore. Wat het woord Salvastrella exact betekent is mij onbekend. Maggiore betekent "groot".

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse en Noorse naam zij gelijk, blodtopp. Dit betekent "bloed top". Een logische naam voor de kleur en de medische toepassing.

Voor de verspreiding van Grote pimpernel in Zweden zie deze kaart.

De Deense naam is Læge-Kvæsurt. Dit betekent letterlijk "dokters kneuskruid" Dit geeft precies weer waar deze plant voor werd gebruikt. De wetenschappelijlke naam is niet voor niets Sanguisorba officinalis.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige plaatsen op natte tot vochtige, matig voedselrijke, licht bemeste grond, meestal op plekken met basische kwel. Vaak op gemengde grond zoals zandige rivierklei, zandig laagveen, kleiig zand en kleiig veen, ook op leem en laagveen.

Groeiplaats
Waterkanten (o.a. langs greppels), grasland (bergweiden, weinig of niet bemest hooiland, vloeiweiden, periodiek overstroomd grasland, uiterwaarden en schrale stroken hooiland tussen petgaten), bermen, rivierdijken en langs spoorwegen (spoordijken).

Verspreiding

Nederland
Vrij zeldzaam in Noord-Overijssel langs de Overijsselse Vecht, in het midden van Brabant (De Kempen) en Midden-Limburg (Maasdal). Elders zeldzaam of zeer zeldzaam en in grote gebieden ontbrekend, met name in het kustgebied, behalve op Voorne.

Vlaanderen
Vrij zeldzaam langs de rivieren en in de vloeiweiden van Lommel. Elders zeer zeldzaam. Achteruitgegaan.

Wallonië
Vrij zeldzaam in het oosten (de Hoge Ardennen). Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.

Wereld
Gematigde en koude streken in Europa en Azië en in Alaska. De soort ontbreekt in een groot deel van Scandinavië.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Kleine pimpernel

 

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's